Vernieuwing BBV, de stand van zaken

  • Artikel
  • 26 juli 2016

Gemeenten en provincies zijn volop bezig met het invoeren van het gewijzigde BBV. Na publicatie van het wijzigingsbesluit in maart en diverse nota’s van de commissie BBV in maart en april, moet de gewijzigde regelgeving helder zijn en kan deze in de begroting 2017 worden verwerkt. JE vroeg de gemeenten naar de stand van zaken. Hieronder leest u de belangrijkste algemene conclusies en de bevindingen per wijziging.

Algemeen

Hoe vernieuwingen te implementeren
Diverse deelnemende gemeenten zijn nog op zoek naar de manier waarop implementatie van diverse vernieuwingen plaats moet gaan vinden:

  • 42% heeft nog geen keus gemaakt welke (technische) oplossing men gaat kiezen voor de kostenverdeling.
  • 29% heeft nog geen keus gemaakt of men wel/niet kiest voor een nieuw programma Overhead.
  • 21% geeft aan nog niet uitgewerkt te hebben hoe de taakvelden geïmplementeerd gaan worden in de administratie.
  • 30% geeft aan nog niet te weten hoe men de fiscale administratie ivm de Vpb voor de grondexploitatie gaat inrichten.

Omgaan met financiële consequenties van vernieuwingen
De financiële consequenties van enkele vernieuwingen en hoe daar mee om te gaan, zijn nog niet bij alle gemeenten (volledig) in beeld:

  • 58% weet nog niet of men gebruik gaat maken van een reserve kapitaallasten om de meerjarige effecten,  van het activeren van investeringen in maatschappelijk nut, te dempen.
  • 18% verwacht de financiële consequenties rondom activeren van investeringen in maatschappelijk nut, niet (volledig) in de begroting 2017 verwerkt te hebben.
  • 38% weet nog niet hoe tijdens het begrotingsproces de financiële consequenties van het aanpassen van de kostenverdeelstaat (naar één taakveld overhead) in beeld te houden.
  • Rente en plankosten mogen niet langer aan NIEGGs worden toegerekend. Ruim 21% heeft nog niet nagedacht over de wijze waarop de financiële consequenties worden opgevangen.

Activeren investeringen met maatschappelijk nut

Uit de enquête blijkt dat 62,5% van de respondenten zich goed kan vinden in het voorschrift van de cie. BBV om investeringen met maatschappelijk nut te activeren. Een kleine 60% weet echter nog niet hoe de financiële effecten van het activeren verwerkt zullen gaan worden. Ruim 71% van de respondenten verwacht in de begroting 2017 alle financiële consequenties van deze wijziging in beeld te hebben én vertaald te hebben naar de programma’s en taakvelden.

Overhead

Ongeveer de helft van de respondenten ziet het centraliseren van overhead per saldo als voordelig, 35% staat hier neutraal tegenover en 13% ziet het als nadelig. Het verwachte voordeel zit mogelijk in het feit dat men op termijn ‘minder werk’ verwacht. Desgevraagd geeft ruim 27% van de respondenten aan dat de centralisatie van overhead uiteindelijk tot ‘structureel minder werk’ zal leiden, terwijl 59% verwacht dat dit gelijk zal blijven. Slechts een klein deel (10%) verwacht meerwerk.

Vereenvoudiging kostenverdeelmethodiek
Ruim de helft van de gemeenten die de enquête hebben ingevuld, is van plan om de centralisatie van overhead aan te grijpen voor vereenvoudigingen in de kostenverdeelmethodiek. Toch heeft 43% nog geen keus gemaakt over welke oplossing men gaat kiezen voor de kostenverdeling. Opgemerkt wordt dat de notitie overhead nog niet was verschenen op het moment van versturen van de enquête. Mogelijk dat diverse respondenten deze notitie afgewacht hebben om keuzes te maken.

Taakvelden

47% van de respondenten denkt dat de invoering van taakvelden de sturingskracht van college en raad zal doen vergroten. Toch zal 45% zich in eerste instantie beperken tot (technische) wijzigingen in de administratie om op taakveldniveau te kunnen rapporteren. Nadere analyse van de antwoorden laat zien dat van de 47% die denkt dat de sturingskracht zal toenemen, ongeveer een kwart hierover tijdens het begrotingsproces 2017 met de raad in gesprek zal gaan. Opmerkelijk is dat van deze  47% ruim de helft antwoordt de invoering van taakvelden als een technische exercitie te zien. Een kleine 40% van de deelnemende gemeenten laat de bestaande productenstructuur in stand naast de nieuwe taakvelden. Men implementeert weliswaar de taakvelden in de administratie, maar blijft de productenstructuur als basis voor rapportage en mandatering gebruiken.

Grondexploitaties

Twee derde van de respondenten ziet de veranderingen op het gebied van grondexploitaties als een goede stap. Iets meer dan de helft van de deelnemende gemeenten zullen de rente en de plankosten ten laste van de exploitatie laten komen. Opgemerkt wordt dat tijdens het opstellen en beantwoorden van de enquête de notitie grondexploitaties 2016 van de commissie BBV nog niet was verschenen. Deze notitie bevat een behoorlijk aantal stellige uitspraken, en maakt de administratie rondom grondexploitaties mogelijk een stuk complexer. Wellicht dat de complexiteit die deze notitie ‘ademt’ tot een andere uitkomst op vraag 21 zou hebben geleid.

Verbonden partijen

Ruim drie kwart van de deelnemers aan de enquête vindt het feit dat informatie over de bijdragen van de verbonden partijen over hun bijdragen aan het bereiken of realiseren van doelstellingen, per programma opgenomen moet worden een goede stap. Op vraag of de wijzigingen rond verbonden partijen tot een verzwaring van administratieve lasten voor de financiële functie zullen leiden is de uitkomst fifty-fifty: 50% Van de respondenten denkt van wel en 50% denkt van niet. Ruim de helft van de respondenten (55%) is van mening dat de huidige paragraaf verbonden partijen voldoende informatiewaarde heeft. Via ‘knippen en plakken’ zullen zij de informatie overbrengen naar de verschillende programma’s.  Een opvallende uitslag omdat volgens het nieuwe BBV per programma aangegeven moet worden hoe de verbonden partij bijdraagt aan realisatie van de doelstellingen van het programma. Deze informatie ontbreekt nu veelal in de paragraaf Verbonden Partijen.

EMU-saldo

Ruim drie kwart van de deelnemende gemeenten is van mening dat het meerjarig EMU-saldo en een meerjarige balans iets toevoegt aan de sturingskracht van de raad. Ongeveer evenveel gemeenten vrezen dat de meerjarige balans tot structureel meer werk zal leiden. De meerjarige balans wordt door ruim 72% van de respondenten extracomptabel in Excel opgesteld.